Pagina's

donderdag 31 december 2009



Ik sta op de rafelige rand van oud en nieuw
Vallen wil ik niet
zeker niet in oud
maar ook niet in nieuw.
Springen wil ik
doelbewust en zeker
met open ogen
en een tas
met een rits
die open en dicht kan
meer open dan dicht
want er moet veel in.

woensdag 30 december 2009

op het randje van het jaar

En oud en nieuw is daarentegen een feestje dat ik wél heel goed kan.
Ik hou van oliebollen en van opnieuw beginnen, die malle mix van nostalgie en hoop, overgoten met drank en gegarneerd met oliebollen. Ik hou ervan de spoken van afgelopen jaar te verjagen met donders en knallen, tel mijn zegeningen, kus alle katten, buren en voorbijgangers, spring joelend een gat in de lucht voor het aanstaande nieuwe jaar. Kom maar op met de dagen, de maanden, de zon, ik flikker de kaarsen de kelder in, zet de deuren open, nog even en jij en ik zitten weer buiten in de zon van je hiephiephiephoera. Zet de luxaflex open, laat het licht binnen, kook vers, scheid het afval in plaats van je man of vrouw, heb lief, vier, deel, huil, let op en leef.
Vanaf deze plek wens ik iedereen een heel goed nieuw jaar.
Dat het maar geleefd mag worden zoals alleen jij dat kunt.
Iedere dag opnieuw!

donderdag 17 december 2009

wandeling door de sneeuw

Wat ik zag:
Een buuf op de fiets -geconcentreerde blik in de ogen, het stuur krampachtig in de handen- een stoep die niet meer te onderscheiden is van weg of tuin, twee kindjes op een slee, een eend op het wit, gaten in het water, ronddobberende koploze zwanen, bejaste hondjes, dik ingepakte mensen.

Wat ik deed:
Ik wandelde, luisterde naar gedempte geluiden, gooide pas na een half uur twee sneeuwballen, één tegen een muur en één tegen een container.
Toen had ik sneeuw in mijn mouw en dat was koud en nat.

Wat ik dacht:
Hoe schrijf ik over sneeuw, over wat het met me doet, over hoe blij ik daardoor altijd word en over hoe een sneeuwbui meteen ook een pijnlijke graadmeter is voor mijn leeftijd. Ik bedoel, zodra ik door het hout spiek en sneeuw zie, golft er een gelukzalige, kinderlijke opwinding door me heen. Mijn primaire reactie is er een van naar buiten willen, van joechei toedeloejokie nog an toe het sneeuwt, laten we een sneeuwpop maken en ballen gooien en de slee achter de auto aan binden en spelen, maar mijn secundaire reactie laat me bedenken dat ik eerst wil douchen, dan iets wil eten, en nog op moet ruimen en de was op moet hangen, en zo smelt het verlangen naar die sneeuw dan vlokje voor vlokje weg. En volgens mij is dat de schuld van leeftijd en ouder worden.

Wat ik voortaan ga doen:
Ongewassen de sneeuw in, desnoods bloot. 's Nachts de wekker zetten om in maagdelijk wit sneeuw rond te struinen, op de slee zitten en net zo lang wachten tot iemand me een ommetje wil trekken. Filmpje maken van kids in de sneeuw, foto's dan ook maar meteen, tóch een sneeuwpop maken (of een sneeuwmeermin, of een sneeuwdraak), en als niemand me wil helpen, dan gewoon alleen.
En naar de zandverstuiving gaan om te wandelen. En naar het station gaan om verkleumde gestrande reizigers op te halen en ze mee naar huis te nemen voor een warm kopje thee of chocolademelk. En een iglo bouwen.

Update:
Dochter van 13 belde net dat ze een bunker aan het bouwen was. Dat ze al twaalf dozen met sneeuw had gestapeld. Kijk. Dat bedoel ik. Een kind! Een zalig, heerlijk jong kind!

woensdag 16 december 2009

Raar

Kan iemand in blogland mij vertellen wat de reden is van woordeloze woensdagen?
Ik begrijp er geen hol van en vind het bovendien ongelooflijk dat er zoveel mensen zijn die zich er aan houden. Bijna net zo stom als kerst!

dinsdag 15 december 2009

SPINNEN

Of ik zin had om eens een keertje mee te gaan met spinnen.
Een uurtje maar.
Nee, zei ik.
Dus kreeg ik drie minuten later een fietsbroek met ingelegde pamper te leen en moest ik mee naar het fitnesscentrum.
Het fitnesscentrum ja.
Of ik iets vriendelijker kon kijken, was het verzoek van vriend.
Nee, zei ik.
In het fitnesscentrum moest ik op een fiets zonder echte wielen. Toch was het een fiets, met op de middenstang een draaiknop met een plusje en een minnetje en in kees of iemurdjunzie kon je er bij wijze van rem op drukken.

De trappers gingen keihard in de rondte en daar moesten mijn benen aan mee doen, maar dat wilden ze niet, dus vlogen ze er af en dat was best een rotgevoel. Mijn benen zijn namelijk heel lang en hebben de neiging alle kanten op te vliegen als ze gelanceerd worden.
Of het allemaal een beetje lukte met het nieuwe vrouwtje, vroeg de trainer me. Krulletjes, kuiten, conditie, prettige stem.
Tuurlijk, hijgde ik met een waas voor de ogen en liters schuim rondom mijn mond.
Maar hee, ik liet me niet kennen en gaf alles wat ik had. Ik fietste mijn benen van mijn lijf voor vriend en vijand, maar voornamelijk voor de trainer.
Een kwartier, en toen stortte ik zowat ter aarde.
De rest van de tijd heb ik naar adem liggen happen en waanbeelden gehad over hartmassage en de Mont Ventoux.
Of ik het leuk had gevonden, werd me gevraagd.
Nee, zei ik.
Je moet het vijf keer doen voor je weet of je het leuk vindt, werd me verteld.
Maar!
Iets in me zegt me dat ik dat al een heel klein beetje weet...

maandag 14 december 2009

Kerst in het konijnenhok

Ik kan geen zondag, ik kan geen kerst, ik kan geen Pasen en eigenlijk kan ik ook geen verjaardagen.
Oud en nieuw kan ik wel, sinterklaas kan ik ook, maar die k**kerst kan ik dus niet.
Dus...
laat ik de konijnen vrij en kruip ik lekker zelf in het hok.
Leg ik er een knabbelstaafje bij, maak ik een beddeke van stro, lees ik mijn dwarsligger uit (de geschiedenis van de liefde van Nicole Krauss) en wacht ik gelaten tot het allemaal weer over is.

vrijdag 11 december 2009

ONGEDURIG

Ai.
Ik heb al tijden geen tijd om te schrijven.
Hoe langer dat duurt, des te ongeduriger ik word.

donderdag 3 december 2009

IK BEN GEEN ROBINSON

Expeditie Robinson. Heeft u het gevolgd? Ik wel, weliswaar altijd via uitzending gemist, omdat ik gewoonweg het geduld niet bezit om zo'n voortdurend door reclame onderbroken aflevering te kijken.
Hoewel die spelletjes en de temperatuur me wel aantrekken, zou ik er niet over prakkiseren me op te geven voor zoiets. Ik denk niet dat ik dat kan namelijk. Ten eerste hou ik niet van vis, ten tweede zou ik helemaal kanarie worden van al die beestjes overal, ten derde zou ik vanaf dag 1 al vergeten dat het slechts een spelletje is, ten vierde word ik natuurlijk verliefd op een van de medekandidaten, ten vijfde hou ik niet van wegstemmen, ten zesde denk ik dat ik daar niet sterk genoeg voor ben, zowel mentaal als fysiek, ten zevende zou ik mijn familie missen, of eh, nee, foutje, oeps, sorry lieverds, dat moet natuurlijk op de eerste plek van dit lijstje staan, ten achtste denk ik dat thuis niemand meer mijn vriend wil zijn als ze eenmaal zien wat ik allemaal doe en zeg en zo, ten negende zie ik er niet uit zonder streepje onder mijn ogen en zonder mascara op mijn wimpers, ten tiende is er op zo'n eiland geen internet, dus geen computer, zelfs geen pen en papier, ten elfde zou ik me helemaal dood vervelen en ten twaalfde is daar geen enkel stukje paprikachips.
En ook geen bed, matras of deken, geen dubro, drop of dubbelfris.
Dat word dus niet wat met mij.
Maar gelukkig hoeft het ook niet.
Ik hoef niet alles.
Trouwens, ik kan hier ook niet zo lang gemist worden.
Want wie ruimt er dan op? En wie gaat er koken? En wie doet de was, de biobak en de bloemen dan...?

woensdag 2 december 2009

ACHTER DE NAAIMACHINE

Ach jee, ach jee, wat een geweldig gezicht. De jongste zoon, een kriebel van tien, zit voor het eerst van zijn leven achter de naaimachine. Hij maakt een poes van 3 soorten stof, stuk voor stuk schattige teddyberenbontjes.
Ik heb hem uitgelegd dat ie moet proberen de naald niet door zijn vingers te jassen, omdat het zo lastig neuspulken is dan. Hij schrok daar wel van, want hij is daar dol op moet u weten.
Volgens mij heeft het kereltje talent. Hij wriemelt, prutst, knipt en zigzagt alsof ie het zijn hele leven al heeft gedaan. Hij zou zó naar China of Taiwan kunnen om daar z'n brood te verdienen...

dinsdag 1 december 2009

wat zal er mooi gezongen worden ergens...

Hoorde ik net 'Laat me' op de radio, zette ik 'm harder, dacht ik, goh, zou Ramses Shaffy eigenlijk nog leven, hoorde ik een paar minuten later dat ie dood was. Dat wordt dus de hele dag luisteren naar zijn fantastische liedjes. Ik vond hem geweldig. Vroeger eigenlijk al, maar dat durfde ik toen niet zo goed te zeggen omdat hij volgens mijn moeder maar een potje van zijn leven maakte met al die drank en vrouwen en zo, en ja, toen durfde ik natuurlijk niet meer te zeggen dat ik die man helemaal het einde vond.
Maar eh, ik vond en vind Ramses dus echt geweldig: zijn liedjes, hoe hij in het leven stond, wat ie heeft gedaan en hoe hij heeft geleefd. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat ie een mooi leven heeft gehad en dat ie er volop van genoten heeft.
Chapeau Ramses. Mooi gedaan!
(sorry mams)

vrijdag 27 november 2009

over pompoensoep en de voorstelling (2)

Het verheugt mij ten zeerste u allen vanaf deze plek te kunnen meedelen dat zowel de pompoensoep als de voorstelling positieve reacties heeft opgeleverd.
Ik dank iedereen die innig met mij heeft meegeleefd uit de grond van mijn hart.
Rest mij niets anders dan dankbaar te zijn. Dankbaar voor het gewas en dankbaar voor hen die het mogelijk hebben gemaakt om soep en voorstelling tot een goed einde te brengen.
Nóg zie ik de slobberende monden, de lachende gezichten.
Toch ben ik bijzonder blij dat het allemaal achter de rug is, temeer daar ik mijn volledige aandacht nu kan richten op de aankomende sinterklaasviering.
't Heerlijk avondje staat er namelijk aan te komen...

woensdag 25 november 2009

over pompoensoep en een voorstelling

Ooit ben ik gestopt met toneelspelen omdat ik de zenuwen vooraf niet op vond wegen tegen de kick van het spelen achteraf.
Morgen is het echter weer zover.
Dan ga ik tóch weer spelen voor zo'n 400 kindertjes van 6 en 7 jaar.
Ik speel Lisa, de hoofdpersoon uit mijn boek niet meer alleen .
Samen met een klassiek geschoolde zangeres en een werkelijk hele goede gitariste brengen we een familievoorstelling van 45 minuten met zang, spel en muziek.
Ik dacht dat ik inmiddels wel over de zenuwen heen zou zijn gegroeid, maar niets is minder waar. Ik merk dat ik een beetje misselijk ben, en ergens in de verte heb ik buikpijn. Maar misschien komt dat ook omdat ik net pompoensoep heb gemaakt, voor het eerst in mijn leven. Ik zie er eerlijk gezegd nogal tegenop het straks naar binnen te lepelen. Ik bedoel, pompoen. Oranje pompoen. Normaal gesproken laat ik die dingen gewoon rotten bij de voordeur, maar nu heb ik er soep van gemaakt.
Dus.
Soep.
Pompoensoep.
Knaloranje soepje.
Met een beetje room en een struikje peterselie.
Ik hoop dat het goed gaat allemaal: de pompoensoep, evenals de voorstelling.
Vanavond om 22.30 uur licht inhangen en decortje bouwen, dan even slapen en morgen om 7 uur op weg naar iets waarvan ik gedacht had het nooit meer te zullen doen.
Life's strange...

RAZEND OP DE KPN

We zijn al een week of drie zonder internet thuis. En zonder telefoon. Bijzonder vervelend allemaal. Het is begonnen met het veranderen van het abonnement. Dat was te duur en het kon goedkoper, dus ja, dat wilden we even regelen.
Met de KPN.
Ja, echt.
Niet wetende dat er eigenlijk niets te regelen vált met de KPN.
Ja, natuurlijk hadden we wel eens horrorverhalen gehoord, maar och, toe, kom op, hee, wij zijn positieve mensen, dus dat zou ons niet gebeuren.

Welnu, we zijn drie weken verder en er is van alles veranderd. Onze telefoonlijn is dood, we hebben geen internet meer en onze e-mailadressen zijn weggeflikkerd.
Alles waar we níet om hebben gevraagd hebben we gekregen, en alles waar we wél om hebben gevraagd, wordt niet begrepen of volkomen om zeep geholpen.
Inmiddels hebben we al een bos bloemen gekregen van de KPN, maar ja, daar heb je nog geen internet mee, hè. Bovendien zijn we inmiddels zo ver dat wij, rasoptimisten van nature, die hele bos dolgraag steeltje voor steeltje in zouden willen brengen op een donker plekje bij enkele medewerkers van de KPN. Niks persoonlijks hoor, iedereen is er reuzeaardig, maar helpen ho maar.
Om gék van te worden.

Natuurlijk snappen ze bij de KPN onze wanhoop.
'Heel begrijpelijk dat u boos bent, meneer en mevrouw, natuurlijk, u heeft groot gelijk. We gaan het helemaal goed maken voor u. U krijgt 150 euro schadevergoeding van ons, en korting op de eerstvolgende rekening, en een dongel en dat gaan we allemaal noteren in onze computer. Wij gaan lekker voor u zorgen, meneer en mevrouw, het komt allemaal helemaal goed, echt, vertrouw er nou maar op, het komt echt heus waar allemaal he-le-maal goed.'

Nou, het komt helemaal nooit meer goed, vrees ik.
Razend ben ik.
Razend is ook vriendlief.

Hierbij timmer ik de KPN aan de schandpaal.
God, wat een gepruts daar.
Ik heb er geen goed woord meer voor over!
Stelletje sukkels!

maandag 23 november 2009

HET WIL MAAR NIET LUKKEN MET DIE ZONDAGEN

Wéér een hele zondag naar de bliksem, potverdrie.
Het wil maar niet lukken met die rotzondag.
We waren heus leuk en vol goede moed begonnen, maar om 12 uur belandden we in een discussie die niet meer te handhaven bleek. Het liep uit op tranen, geschreeuw, gegooi met deuren en uiteindelijk tot een lange dag en nacht alleen. God, wat een gezeik. Er gaat iets helemaal niet goed hier.
Ik weet niet meer hoe het moet met die zondagen, hoor. Tegen afspraken op zondag kan ik eigenlijk niet, maar tegen leegte en lamlendigheid ook niet. We moeten de gulden middenweg zien te vinden, maar welke kaart ik ook voor m'n neus hou, nergens staat die gulden middenweg vermeld.
Ik haat ze, ik haat ze, ik haat ze, die rrrrotzondagen!

vrijdag 20 november 2009

ARMOE

Vandaag zag ik een mevrouw rondscharrelen op straat. Ze rommelde in diverse papierbakken die aan de straat stonden. Ik stopte wat weggewaaide rekeningen en oude folders terug in onze bak, want ja, herfst hè, er waait nogal eens wat weg.
De mevrouw kwam naar me toe en vroeg me of ik het AD las.
'Nee,' zei ik.
'Jammer,' zei ze, 'ik zoek AD's, want daar staan bonnen voor het concert van K3 in.'
Ze ging door naar de volgende bak en dook er in, rommelend, graaiend, zoekend.
Zo ziet armoede er uit, realiseerde ik me met een schok, dat je op de fiets de stad doorkruist, dat iedereen je ziet grabbelen in de bakken, op zoek naar een beetje korting voor een concert van de meisjes van K3.

zondag 15 november 2009

LAMLENDIGE ZONDAG

Regen, wind, verveling.
Opruimen, wachten op niks.
Schrijven, ja, maar wát dan,
lezen, nee, geen zin,
val vast in slaap,
zware ogen en
leren ammehoela.
Mailen, filmpje kijken, schilderen?
Alles is niks aan.
Niks, niks aan.

Zucht.

Appeltaart in de oven,
hachee op het vuur,
wel of niet naar buiten,
ja of nee, of toch of niet.

woensdag 11 november 2009

DERTIEN


We zaten aan tafel een kopje thee te drinken met een lekker bakje pepernoten erbij.
Ik had net zo'n pepernootje in mijn mond, toen dochter van 13 het gesprek overnam.
Ze vertelde dat er meiden op school waren die beha's aan hadden met allemaal van die banden en ringetjes er aan.
'Da's van Marlies Dekkers, schat,' slobberde ik.
'Echt belachelijk,' zei ze. 'En dan heeft een meisje van school een superlaag shirtje aan, mam, en dan komen al die banden en ringen tevoorschijn, van links naar rechts en overdwars en om d'r nek. Jemig hee, ze lijkt wel een bouwplaats met al die steigers boven d'r tiet.'
Ik verslikte me bijna in mijn thee, maar ze trok zich er niets van aan en ging nog even door. 'En we hebben ook een leraar, mam, die vent is echt sneu hoor. Een viezerd is het. Als hij uitlegt, staat ie altijd helemaal krom over de tafel, alsof ie anaal genomen wordt.'
'Toen ik zo oud was als jij, wist ik niet eens wat anaal was,' zei ik enigszins aangedaan.
'Nee?' zei ze verbaasd, 'echt niet mam? Jemig hee, wat sneu.'
'Och,' prevelde ik.
'Dat weet broertje zelfs, en die is pas tien.'
'Echt waar?' schrok ik. 'Hoe komt het dan dat ie dat weet?'
'Gewoon. Hij weet zelfs wat vingeren is, hoor.'
Ik verschoot van kleur, dat begrijpt u.
'Moest ik zelf eens van je uitleggen. Weet je dat niet meer?'
'Nee,' smiespelde ik.
'Dat was toen papa zei dat broertje moest stoppen met de kaars te vingeren. Toen schoten wij allemaal in de lach. Jij ook. En toen vroeg die kleine waarom wij allemaal moesten lachen, maar jij wilde dat niet vertellen. Jij zei dat ie dat maar aan zijn zussen moest vragen.'
'En heb jullie dat gedaan dan?' vroeg ik.
'Tuurlijk. Grote zus wou het niet doen. En ja, iemand moet het doen, he. Allemaal geleerd van die en die toen we op vakantie waren, met de boot. Op Schier, weet je nog?'
'God, kind, toen was je elf!'
'Ja.'
'Vreselijk,' mompelde ik.
'Och,' zei ze. 'Nou, ik ga naar bed hoor. Ik ben keimoe. Komt van die chiropractor met al z'n gekraak. Jemig hee, hoorde je me kraken, mam?'
'Ja, kind, ik heb het gehoord.'
'Ik ga nog even duitse woordjes stampen. Weet je trouwens dat broertje niet eens weet wat stampen is? Hij denkt dat je dan met je voeten op de grond moet stampen tijdens het leren.'
Dertien is ze.
Een kind nog.
Weet alles, doet nog niets.
Godzijdank!

dinsdag 10 november 2009

ZURE APPEL

En kan ik nu een film schrijven?
Wel ja, natuurlijk kan ik nu een film schrijven.
Appeltje, eitje.
ALs ik het goed begrepen heb, is het enkel een kwestie van iets unieks verzinnen.
Als je dat hebt gedaan, moet je zorgen dat het hele verhaaltje klopt en dat je geen losse eindjes laat liggen.
Dan schrijf je het en vervolgens hoef je alleen nog maar op zoek te gaan naar een producer, geld en mogelijkheden.
Zoals ik al zei: appeltje, eitje dus.

woensdag 28 oktober 2009

SCENARIO SCHRIJVEN

Ik heb het zó druk met allerlei werk dat ik niet eens aan het schrijven van een blogje toe kom. Gekkenhuus! De kop loopt om, ik ren, vlieg, regel, kook, lees, coach, geef les, lach, zucht en kreun, ja, dat ook. Want zó hard werken vind ik niet echt leuk meer.
Maarrrr, volgende week wordt het anders, want dan ga ik heerlijk een cursus volgen in Den Haag. Scenario schrijven bij Hugo Heinen, bekend van o.a De Tweeling en Pleidooi. Ik heb ongelooflijk veel zin om gewoon eens een weekje te consumeren in plaats van te doceren.
Kan ik meteen eens zien of het een leuk vak is, dat scenario schrijven. Mocht dat niet het geval zijn, nou, dan weet ik dat maar weer, en mocht ik het wél leuk vinden, dan ga ik ook nog een paar films schrijven. Of zo.
Plannen zat!

woensdag 21 oktober 2009

verwondering van de week

Mijn cursisten krijgen altijd thuisopdrachten mee naar huis en 1 terugkerende daarvan is dat ze de verwondering van de week moeten schrijven. Het is hierbij de bedoeling dat ze hun verwondering zodanig op papier zetten, dat de lezer dezelfde verwondering ervaart als de schrijver ervan. Dat valt nog niet mee en bovendien zorgt deze opdracht voor een hoop discussie. Zo vraagt menigeen zich af wat verwondering eigenlijk is, of het misschien hetzelfde is als verbazing en last but not least, of het niet meer iets is voor een dagboek. De één gaat er soepel mee om en schrijft de ene na de andere verwondering schijnbaar moeiteloos van zich af, de ander stort zich in vragen of stribbelt zelfs tegen. Dat is nieuw voor mij, dat tegenstribbelen, en dat is dan weer míjn verwondering.
Ik om mijn beurt denk dagelijks aan die opdracht. Ik kijk altijd en overal om me heen en probeer me bewust te worden van wat verwondering is en hoe ik dat het best onder woorden zou kunnen brengen. Schrijven is niet alleen een kwestie van pen en papier pakken, of je laptop zo je wilt, maar ook van om je heen kijken. Ik denk namelijk dat juist in de kleine levensdingen het grootse verpakt zit. Als je dan ook nog de juiste woorden weet te vinden om dit met anderen te kunnen delen, dan ja, dan groei je. Als schrijver, als mens, als vriend, vriendin of als cursist. En groei, dat gun ik iedereen.

zondag 18 oktober 2009

LAKEI


Het is een drukke week geweest, waarin ik me weer eens ongegeneerd heerlijk heb uitgeleefd met het spelen van een personage, namelijk de lakei uit Koning Daan van de Dennenlaan. Ik moest schoolbezoeken doen en had bedacht dat het wel leuk zou zijn om te doen alsof ik de lakei was van mezelf. Ik had verzonnen dat ik, Margriet dus, te laat zou zijn, en dat de lakei zolang de honneurs voor mij zou waarnemen. Wat ik echter níet had verzonnen, was dat die lakei eigenlijk een rotmannetje was dat allerlei dingen over mij zou verklappen. Voor ik wist wat ik deed, verklapte de lakei dat ik hoogtevrees had, dat ik me lens vrat aan kauwgom, en dat ik helemáál niet te laat was door een file, maar gewoon met mijn dikke kont kroketten zat te eten op het terras. En om het nog erger te maken, dook de lakei mijn tas in en haalde daar mijn dagboek uit tevoorschijn, en zelfs mijn nieuwste manuscript, inclusief illustraties. En last but not least zei hij dat ik eigenlijk niet kon tekenen. Om dat te bewijzen tekende hij zó een personage uit Zootje ongeregeld na.
Nou, nou, nou, je had de kinderen moeten horen, zeg!
Ze namen het allemaal voor me op. Zomaar, zonder dat ze me kenden.
En toen de lakei eenmaal gevlucht was, zogenaamd om te plassen, en ik gehaast binnenkwam, als mezelf, vertelden de kinderen me alles wat die lakei uitgevreten had.
Het was een volkomen schizofrene bezigheid alles bij elkaar, en ook sommige kinderen zagen het niet helemaal helder meer. Eén meisje kwam na afloop naar me toe en vroeg me of ik écht hoogtevrees had, want dat had die lakei over mij gezegd, en het allerschattigste meisje van de dag merkte op dat ik zoveel leek op die lakei.
'Natuurlijk,' zei ik zonder dat ik wist wat ik verder nog ging zeggen, 'maar dat is toch logisch. Ik heb hem zelf verzonnen. Hij komt uit mijn hoofd, dus het kán niet anders dan dat we op elkaar lijken. Ik lijk op hém, en hij op mij. En trouwens, hij mag wel oppassen. Als ie zo doorgaat met mij zwart te maken, verzin ik 'm niet meer. Dan bestaat hij niet meer. Dan worden alle bladzijden waarop hij staat, weer wit. En leeg. Lekker puh.' Waarop het meisje me met grote ogen aankeek en een hele tijd niets meer zei. Acht was ze, nog net op de rand van fantasie en werkelijkheid. Net als ik, eigenlijk. Alleen word ik verondersteld te weten hoe het zit...

donderdag 15 oktober 2009

Dat wordt janken!

Net de trailer gezien van Komt een vrouw bij de dokter.
Ik weet nú al dat dat janken wordt!

Kilk hier om de trailer te bekijken.

Eind november in de bios.

woensdag 7 oktober 2009

DROMEN

En toen mocht ik zomaar mee naar het kinderboekenbal in Amsterdam. Niet omdat ik toevallig ook kinderboeken schrijf, maar omdat een buurvrouw van me een kaartje over had en mij graag een plezier wilde doen.
Ik keek naar alles wat er gebeurde en had maar één wens: ooit ook eens genomineerd staan met een boekje dat ik geschreven heb. Of nee, ooit ook eens die gouden griffel winnen. Niet de zilveren, nee, meteen de gouden als het kan.

Morgen is er weer een dag en er moet een boekje af.
Het wordt geen gouden griffelboek, dat weet ik heus wel.
Ik moet niet meteen alles willen, maar af en toe eens dromen mag toch zeker wel?

En dan heb ik dit bericht geplaatst en dan denk ik meteen: goddorie stomme muts, doe niet zo ontzettend debiel en stel je niet zo aan. Blijf met beide benen op de grond en wees blij met wat je doet. Come on! Waarom altijd je doelen zo hoog, je wensen zo groot. Is het dan niet genoeg wat er op die boekenplank staat? Moet je zo nodig weer meer en reik je weer naar het hoogst haalbare? Wanneer stopt het nou eens, dat altijd maar méér willen, beter worden, de beste willen zijn. Ik word er gek van, echt waar, ik moet eens leren gewoon lekker bezig te zijn zonder meteen de hemel op aarde te willen.
Ja.
Zo denk ik dan.
Da's de invloed van Calvijn, de zak.
En dan neem ik nog een slokje rosé en steek ik een laatste sigaretje op.
Je moet ook stoppen met dat gerook, sufferd, zegt een stemmetje me dan weer. Eerst maar eens stoppen met roken en zorgen dat je je tanden netjes poetst, want dat is ook niet in orde. Bérgen tandplak liet de mondhygiëniste je vandaag zien. Je ragt te hard, zei ze, en je bereikt er niets mee. Totaal ineffectieve bezigheid, dat gerag van jou.

Hee!

Misschien is dat mijn sores wel, dat ik te hard rag en daardoor ineffectief bezig ben...

Ik ga er over nadenken!
U hoort weer van me.

woensdag 30 september 2009

PAS NA HALF NEGEN

In onze keuken hangt een klok die al sinds de zomervakantie niet verder komt dan half acht en acht uur. De secondenwijzer tikt dapper door en door, maar de grote wijzers trekken zich niets van dat driftig tikkende rode staafje aan en blijven staan waar ze staan, eigenwijs als ze zijn. Tussen half acht en acht uur is het volgens hen, en dat zal zo blijven ook, als ik er niets aan doe.
En doe ik er dan iets aan?
Welnee.
Ik doe precies hetzelfde als die grote wijzers. Ik trek me niets van die secondenwijzer aan. Ik kijk en denk voor de zoveelste honderdduizendste keer in mijn leven: gunst, is 't al tussen half acht en acht uur? Dan mag ik wel opschieten potdorie.

Natuurlijk moet dat klokkie de kliko in.
Hij is aan alle kanten verbogen en vet en vies. De afbeeldingen die er op staan zijn bijna niet meer te zien. Er zit water op en er mist een stukje zijkant tussen de negen en de tien.
Maar hee! We hebben het hier wel over mijn eigen fijne klok, he! Met foto's van de kinderen van minstens tien jaar geleden er op, en, ach, zo schattig, met de acht en de zeven op elkaars plek. Alle kinderen hebben er op leren klokkijken, wat overigens waanzinnig moeilijk voor ze was met die acht en de zeven op de verkeerde plek. Gemopper, geslaag met zweep en karwats, bloed, zweet en tranen heeft dat gekost, en daarna, toen ze het eenmaal snapten, een groot 'oh-zó! gevoel' en een zelfvoldane glimlach.
Dat klokje kan dus eigenlijk de kliko in.
Ja.
Fluitje van een cent.
Deksel open, klokje pakken en één, twee, huppekee, d'r in met dat ding.
Maar nu nog niet.
Misschien ooit, als het half negen wordt...

dinsdag 29 september 2009

NIEUW BOEK: MIJN VADER IS GEEN MOORDENAAR

Mijn vader is geen moordenaar, mijn allernieuwste kinderboek, is vanaf 1 oktober te verkrijgen in de boekhandel.
Korte inhoud: Nienkes vader is als militair in Bosnië geweest. Hij is erg veranderd door de oorlog daar. Nienkes beste vriendin, Radja, komt ook uit Bosnie. Dan, op een dag, mag Radja niet meer met Nienke spelen. Radja noemt Nienkes vader zelfs een moordenaar. Nienke heeft er alles voor over om erachter te komen wat er aan de hand is.


Hoe het boek begint...


De avond voor mijn zevende verjaardag sloot Boris, mijn broertje, zichzelf op in de zolderkast. Mijn moeder zat er op haar knieën voor en schreeuwde dat hij open moest doen. Ik stond vlak achter haar, was hen bezorgd achterna gerend.
'Niet doen, mama, niet zo schreeuwen,' huilde ik. 'Morgen ben ik jarig, alsjeblieft, niet zo schreeuwen.'
'Bemoei je er niet mee,' schreeuwde ze tegen mij. 'Dat rotjong. Ik word knettergek van 'm. Boris, doe open die deur, of je krijgt een pak voor je broek.'
'Nee, mama,' riep ik.
Mijn moeder draaide zich om en duwde me hardhandig weg. Ik viel tegen de deur van Steefs slaapkamer aan. Eerst met mijn rug en toen met mijn elleboog. Toen waren er drie die gilden: Boris, mijn moeder en ik. Steef, mijn broer van twaalf, rukte de deur van zijn slaapkamer open en trok me naar binnen. Hij zette me op zijn bed neer.
'Mijn arm,' brulde ik.
'Laat eens zien,' zei hij.
Ik stroopte mijn mouw omhoog en liet hem mijn elleboog zien. Hij was rood, ik kon hem moeilijk bewegen.
'Niks aan de hand,' zei hij.
'Maar jij bent geen dokter!'
'Wil je naar de dokter?'
'Nee.'
'Nou dan. Hier, neem een dropje.'
Hij hield me zijn droppot voor. Ik koos er een zachte uit, zo'n dopje. 'Hoe moet dat nou met Boris en mama?' vroeg ik terwijl ik over mijn elleboog wreef.
'Komt wel goed,' zei hij.
'Maar dat geschreeuw van hem...'
'Dat houdt hij nooit lang vol. Luister, mama zingt al. Hoor je het?'
Hij deed de deur op een kier. Mama zat op haar knieën en zong door het sleutelgat. Ose wiesewose wiesewalla kristalla en er zaten zeven kikkertjes al in een boerensloot.
Lievelingsliedjes van Boris.
'Ik wou dat papa terugkwam,' zei ik. 'Hij heeft nou wel lang genoeg in die oorlog gezeten.'
'Dat zal nog wel een tijdje duren.'
'Maar morgen ben ik jarig. Een verjaardag zonder vader is geen echte verjaardag.'
'Tuurlijk wel,' zei Steef. 'Je krijgt gewoon cadeautjes. Zal ik de tv voor je aanzetten?'
Iets met auto's was erop. Echt heel stom, niks voor meisjes. Ik ging in de deuropening van Steefs kamer staan en zag nog net dat Boris snikkend de kast uit kwam. Mama nam hem op schoot, gelukkig. Ze hield hem stevig vast, begroef haar gezicht in zijn haren. Ze wiegde hem heen en weer. Er landden zachte zinnen in zijn haar.



Mijn vader is geen moordenaar is een kinderboek uit de serie terugblikken van uitgeverij Delubas.
Dit boek sluit aan bij de tien tijdvakken en de vijftig vensters van de gescheideniscanon van Nederland. (tijdvak 10, venster 47: Srebrenica)
ISBN: 978-90-5300-350-3
Onderwerpen die in dit boek ter sprake komen: Srebrenica, Post Traumatisch Stress Syndroom (PTSS), vriendschap.

vrijdag 25 september 2009

EEN LANGE OF EEN KORTE...

De dikke van Dale zegt dat je met een lange ij schijt, dus wat heeft me bezield om dat met een korte te doen!

SCHRIJVERDS

Gisteravond zijn de lessen creatief schrijven weer begonnen. Altijd een beetje spannend, zo'n eerste avond. Wie zijn er, wat willen ze leren, verzin ik wel de goede dingen voor ze, kom ik alstublieft iets minder chaotisch over, weet ik ze te plezieren, dat soort dingen spelen dan door mijn hoofd.
En gosj, ja, nou ja, het ging wel weer lekker geloof ik. Het blijft een prachtig gezicht om mensen over het papier heen gebogen te zien zitten, vastbesloten de juiste woorden te vangen. Dat lukt niet altijd in één keer. Natuurlijk niet, dat dat in één keer zou lukken is een fabeltje. Schrijven is zweten, nadenken, wachten, proberen, volhouden, krassen, vliegen, genieten. Soms is het een droom, soms een nachtmerrie.
De opdracht was een brief te schrijven aan een schrijver of schrijfster die je op een of andere manier intrigeert, positief of negatief. En in die brief moest dan ook nog een link gelegd worden naar je eigen schrijverij.
O, die wens van iedereen, om zó te kunnen schrijven dat de lezer de wereld om je heen even vergeet, of sterker nog, dat je zélf de wereld even vergeet als je schrijft... Die wens is zo herkenbaar. Ik ken hem ook, maar weet wat je ervoor moet doen. En moet laten. En hoe moeilijk het is. En hoeveel doorzettingsvermogen je moet kweken. En hoeveel discipline je tentoon zou moeten spreiden om zo'n boek te schrijven. Ik zou dagelijks willen schrijven, móeten schrijven ook, maar zelfs mij lukt het niet om daar aan toe te komen, ook al beweeg ik soms hemel en aarde om toch maar een paar letters op het papier te knallen.

Pas las ik trouwens op een blog de vraag wanneer je jezelf een schrijver mag noemen.
De reacties logen er niet om: iedereen die schrijft denkt dat ie zichzelf een schrijver mag noemen. Je schrijft, dus ben je een schrijver, it's as simple as that vind men. Ik vind dat echter niet. Kijk, ik speel tennis, maar dat maakt mij nog geen tennisser. En ik kook, maar dat maakt mij nog geen kok. Ik verzorg wel eens zieke kinderen, maar dat maakt mij nog geen verzorgende, en ik schilder ook wel eens, maar dat maakt mij nog geen schilder. Ik vind eigenlijk dat je geen recht hebt op het woord schrijver zolang je het voor je hobby beoefent. Als je een hobbyschrijver bent, ben je een schrijverd, maar nog geen schrijver. Welk woord blijft er eigenlijk voor de echte schrijvers over als iedere schrijverd zichzelf zomaar een schrijver noemt...
Ik weet zelfs niet eens of ik mezelf wel een schrijver zou durven noemen. Ik doe het altijd heel voorzichtig, ik zeg, als men mij vraagt wat ik doe, dat ik kinderboeken schrijf. Niet dat ik een schrijver bén. Want een schrijver ben je in mijn ogen pas als je niets anders doet dan dat. Schrijven, schrijven en nog eens schrijven, tot het af is. En dan is er rust, tot het hele zaakje weer opnieuw begint. Again, and again, and again. The sun rises and the sun goes down. And the next morning it will rise again...

maandag 21 september 2009

KRAMPACHTIG AFGEDWONGEN RUST

Nou, daar zit ik dan.
Ik wou rust, dus kréég ik rust.
Nou ja, rust, niet echt helemaal, want er is een fikse buikgriep in het spel.
Men, men, men, wat ben ik aan de race geweest. Drie volle dagen lang zat ik minstens 6 keer per uur op de wc, die godzijdank direct via de slaapkamer te bereiken is.

En nu ben ik al dat ge-lig en gehang op dat bed spuugzat natuurlijk, maar ja, het lijfje is een beetje verzwakt, dat gaat allemaal niet meer doen wat ze daarvóór voor me deed. Dat lijfje heeft scheit aan mij, dat lijfje heeft gezegd: 'tot hier en niet verder, meidje, wat ik je brom. En als jij niet gaat luisteren, dan maak ik het misschien wel lekker chronisch allemaal. Is dat dan wat je wil?'
En dus zei ik: 'Nee, lief lijfje van mij, ik zal luisteren, ik zal vandaag nog op bed blijven, en misschien morgen ook nog wel als dat persé moet.'
Dus daar zit ik nu.
En ik ga braaf doen wat iedereen me inpepert. Ik blijf gewoon nog even liggen hier. En ach, 't is wel gezellig eigenlijk, nu het krampachtige eraf is. Ik kan weer lachen en misschien vanavond een lepeltje rijst eten. Lekker in een kommetje. Met een beetje hete bouillon. Mmmmm.


PS: 6 keer per uur, maal minimaal 12 uur is 72 keer per dag. Dat mag maal 3, dus dat betekent dat ik zo'n 216 keer op de pot heb gezeten in de afgelopen drie dagen. Dat leverde 3 kilo gewichtsverlies op, waardoor ik tot de volgende slogan ben gekomen:

een slimme meid
neemt even de tijd
en scheit zo
haar gewicht kwijt

Qua rijmelarij is dit niks natuurlijk. 't Is een heel slecht rijmpje. Afschuwelijk, belachelijk raar scheitrijmpje. Slaat nergens op, volledig naast de pot gepist. I know, I know. Maar tóch, 't is een rijmpje he.
En al meer dan ik in maanden heb geschreven...

dinsdag 15 september 2009

OP JE KLOMPEN AANVOELEN



Jongste had vandaag mijn klompen aan. Echte strovels benn'n 't, en ze zijn hem veuls te groot. Hij sloft ermee rond alsof 't niks is. Maar die strovels zijn niet niks, dat benn'n de strovels die onze hele rits kinderen al van jongsafaan onder mijn voeten vandaan hebben getroggeld. Hoe vaak het al niet voorgekomen is dat ik met een druipend biobakje in mijn handen 'waar zijn mijn klompen goddoerienogantoe' heb geroepen...
En vandaag slofte jongste er dus mee rond. Oudste past ze inmiddels niet meer, en, zo zat ik te denken, zo zal er ook een tijd komen dat geen van de kinderen ze meer past. Dan zijn die malle klompen helemaal voor mij alleen.

Man!
Wat ben ik opeens blij dat dat nog heel lang duurt!

woensdag 9 september 2009

ZO STILLETJES AAN ER TUSSENUIT..

Ja.
Het klopt.
Het klopt helemaal.
Hier is niet veel meer te lezen de laatste tijd.
Druk, beste mensen,
druk,
en opeens ook een beetje tegenzin.
Iedereen en alles schrijft al tegenwoordig,
hele blogs vol,
over huishouden, kinderen, rouw,
gezin, relaties en (di)eten.
Over op stapel staande boekpresentaties,
over hoe goed ze zijn, of hoe slecht,
of hoe dapper of hoe grappig.
De een schrijft nog gevatter dan de andere,
het is allemaal veel en goed
en zo geweldig dat het op internet kan.
Of het gaat over welk boek er wordt lezen,
over wat er is gedroomd, en hoe lang,
en wanneer, en waarom,
of het gaat over de studie,
of over vakantie,
over twijfels, over God, of andere ingewikkelde dingen.
Of er zijn foto's,
van die en die
of zus en zo,
van de schrijverds zelf met tatoeage,
met vriendin zus,
in situatie zo,
en grappig dit,
en stom dat.

Wat zou ik er nog aan toe te voegen hebben...
Er is al veel te veel.
Heel internet staat vol met blogs,
alle dagboeken liggen open op tafel,
je mag naar binnen kijken bij wie je maar wil.

Ik vind het teveel.
Had ik dat al gezegd?

Ik verlang opeens naar stilte.
Ik verlang terug naar het dagboek,
naar schrijverij enkel en alleen voor jezelf,
stil, in een hoekje,
of met opgetrokken benen in bed
en een kop thee ernaast.
Dat je het alleen maar laat lezen aan je aller-aller-allerbeste vriendin,
als ze belooft er nooit en nooit en nooit met iemand over te praten.
Daar verlang ik naar.
Dat eens even niet iedereen hoeft mee te lezen,
met enkel en alleen een drukje op de knop.

Dat er nog iets te communiceren overblijft.
Of te raden.
Nu is er zoveel van alles.
Dus word ik even stil.
Dat lijkt me een goed idee.
Ik word even stil.
Als ik dat al niet was.

dinsdag 1 september 2009

IEUW...DE HERFST KOMT ERAAN

De zomer is uit de lucht.
Ik ruik het, ik voel het, ik zie het.
En dat vind ik geen klap aan.
Want als de zomer uit de lucht is, komt de herfst er aan.
En Margrietje kan niet zo goed met de herfst.
Ze vindt de herfst te nat, te donker, te dreinerig en te dramatisch.
Dat gegooi met die bladeren, dat gezeik met die regen en dat gedonder met die korte dagen, dat moest gewoon eens een jaartje niet doorgaan verdorie!
Sodemieter toch liever een eind op met je kilte, herfst, ga een ander lopen vervelen, maar niet mij.
Ik heb de zon nog nodig, weet je.
Ik geniet zo enorm van de lange dagen, het buitenleven, de warmte, ik wil er gewoon nog geen afscheid van nemen. Ik zou de dagen uit willen rekken tot lange dunne slierten waar ik me in kan wikkelen, ik zou de zon willen plukken en in mijn zak willen stoppen. Dan zou ik haar ophangen, hoog in een boom, elke dag, op elke tijd, voor iedereen. 'Kom maar,' zou ik roepen, 'kom maar gewoon hierheen, hier gaat de zomer herfst en winter door.'

donderdag 27 augustus 2009

PERENPRAAT



Perenpluk.
Ik durf zelf voor geen goud die ladder op. Veel te hoog.
Dus kunnen de kinderen de boom in wat mij betreft.

We hebben de oogst aan de kant van de weg gezet en een bordje met gratis stoofperen erbij gepland.
Waarop de buurman me 's middags een stoel wilde brengen.
Ik vroeg wat ik met die stoel moest doen dan.
Hij wees naar het bordje bij de peren.
'Gratis stofferen, dat doe je toch?' zei hij.

woensdag 26 augustus 2009

FRISSE START

Het badje staat in de tuin en er staat een laag water in van hier tot Tokio. Vanmorgen ben ik er met mijn blote reet in gesprongen. Vriendlief had eigenlijk haast, maar bleef toch even kijken hoe mijn bleke billen en blanke borstjes te water gingen. Het water was belachelijk koud, vond ik, en dat was goed te merken aan wat ik zei en hoe ik klapperkleumde van de kou.
'Maar waarom doe je dat dan toch,' vroeg vriendlief me terwijl hij me hoofdschuddend mijn badjas aangaf.
'Geen idee,' zei ik.
En dat wás ook zo.
Ik had echt geen idee.
Ik had dat gewoon bedacht toen ik wakker werd. Ik dacht, ik ga dat badje in, da's lekker fris en ik kan wel een frisse start gebruiken vandaag. Ja, zo ging dat geloof ik, ik geloof dat ik de frisheid nodig had, dat dát de reden was om me in dat badje te dompelen.
De frisheid.
Frisheid is ideaal om de dag mee te beginnen, beter nog dan jus d'orange. Of samen, jus d'orange en frisheid, die combi lijkt me echt te gek.
Misschien dat ik dat morgen maar eens ga doen.
Tenzij ik in de tussentijd iets anders bedenk.

dinsdag 25 augustus 2009

IK ZITTER NIET OP TWITTER

Ik twitter niet.
Expres niet.
Ik vind het namelijk maar een mal gedoe.
Waarom zou ik bijvoorbeeld op internet zetten dat ik er vandaag over dacht worteltjestaart te maken, maar dat ik uiteindelijk toch aubergines in mijn boodschappentas heb gepropt omdat die zo heerlijk in de aanbieding waren. Of dat ik vanmorgen een beetje misselijk ben opgestaan omdat ik de dag ervoor ietsiepietsie teveel had ingenomen tijdens de naborrel van het werk, maar dat ik dat er best voor over had omdat het zóóóó gezellie was. Of dat ik tegen de dag opzie omdat ik rijexamen moet doen. Of van plan ben een patatje pinda te gaan eten. Of dat ik 20 kilo kwijt ben. Of mijn haar, of m'n portemonnee, of dat ik vanmiddag Sinterklaas heb gezien en dat zijn haar zo warrig zat.
Ik denk trouwens dat ik me in de derde zin niet goed heb uitgedrukt. Ik vind twitteren geen mal gedoe.
Ik vind twitteren belachelijk.
Ik vind twitteren wel iets hysterisch hebben, eigenlijk.
Ik doe zelf meestal gewoon een belletje naar mensen als ik ze iets te vertellen of te vragen heb. En dat vind ik dan wel weer genoeg.
Maar ja, ik ben volgens mij één van de weinigen in het land die dit vind.
En dat vind ik helemaal niet erg.
Dát zou ik wel op twitter willen zetten, dat ik niet op twitter zitter en dat ik het van ze lang zal ze leven niet zal doen ook!

PS
23 uur 10. Ingewikkelde dag gehad. Blogje geschreven, bakje chips gegeten. Ga nu slapen. Welterusten Nederland.

donderdag 20 augustus 2009

FOTOOTJES VAN DE KNUFS






Alleen de uil en de vriend missen nog...

woensdag 12 augustus 2009

GEZELLIGE BENDE

Gisteren was het opeens een drukte van belang bij ons aan de grote tafel. Er moesten knuffels worden gemaakt, dus lagen er lapjes, klosjes garen, scharen, naaimachines, patroonpapier, emmenems, zuurtjes en kroketten dwars door elkaar heen.
Een pot thee erbij, glaasje water, glaasje sap, kussens in de rug, en hoppa, daar werd een barbamamma met handtas gemaakt. Ook zag een duil, pardon, nee, een uif, nee, een uil, excuus, het levenslicht.
Een vriend van me kwam binnen en overzag het tafereel.
'Wil jij ook een popje naaien?' vroeg ik.
'Jawel,' zei hij, 'één van 22 jaar met blond haar en blauwe ogen graag.'
We hebben vriend in de tuin geparkeerd, met krant, alwaar hij het toch nog tot een uur of vijf uithield. Toen vond ie het welletjes.
Wij niet!
Later op de avond kwam er zomaar nog een popje met zwiebelbenen bij, onder de bezielende leiding van een lang niet geziene oudbuurman. Het werd een bende, natuurlijk, maar o, wat was het enig!

maandag 10 augustus 2009

NOGAL VAN DE WAP

En dan is daar opeens de dag dat je oudste de deur uitgaat. Even niet goed opgelet en hops, de deur gaat dicht, een zwaai, een kus, een roep, daar gaat ie op zijn nieuwe oude studentenfiets. Ik lachte nog, deed stoer en zei zoiets als 'pas goed op jezelf lieverd en doe geen domme dingen.'
En toen werd het nacht en schrok ik wakker. Een uur, twee uur, drie uur, half vier. Naar de wc, plassen, nog maar een keertje tanden poetsen dan, lezen, een sudoku, draaien, zuchten en godver, mag ik dan nu eindelijk eens een keer in slaap vallen, ja?
Vanmorgen, in de stoel bij de assistente van de tandarts, begon ik opeens te huilen. Dikke grote waterlanders dropen uit mijn ogen, dagenlang opgespaard, dus zout en veel te veel. Geen zin in pijn en bloed en bang voor die rotboor, zoiets maakte ik er van. En toen vertelde ik van de zoon die op kamers was en dat het zo kaal en leeg voelde en zo belachelijk gemeen zeer deed.
Ze snapte het wel, de schat, en maakte een andere afspraak. Bij een mondhygiëniste, want de zooi gaat maar niet over. Nee, de zooi gaat maar niet over, dacht ik, de zooi gaat nooit meer over, want hierna moet het nog drie keer. Drie keer, nog drie keer het allerliefste dat bij me is uitzwaaien en gedag zeggen en vertellen dat het uit moet kijken voor de grote boze mensenwereld met huisjesmelkers, boeven, wespen en de mexicaanse griep -hand voor je mond als je niest, kucht of proest en was daarna je handen- en kijk je een beetje uit met jongens en met meisjes en zo.

Loslaten is niet mijn sterkste kant. Absoluut niet mijn sterkste kant. Pas sms-te een vriend dat ie nog een beetje van de wap was. Ik wist niet wat wap was, maar vandaag vind ik het een goed woord om aan te geven hoe het met me is. Het voelt niet best, die wap. Het doet gemeen zeer en ik hoop dat het heel snel weer voorbij is. Tot die tijd doe ik maar een beetje lief voor mezelf.

maandag 3 augustus 2009

STEMMEN


Dochterlief en ik hebben stemmen nodig om een digitale camera te winnen. Als je ons wilt helpen, klik dan hier , scroll naar prijsvraag en stem op onze foto. Het is de foto met de titel Hendriks op Corsica.
Klotesysteem natuurlijk, maar goed, het lijkt ons echt geweldig om die camera te winnen!

maandag 13 juli 2009

DAGDAG

Eerst moet ik 1300 kilometer met de auto, dan een nachtje met de boot en dan weer een stukje met de auto. Daarna moet ik helpen een tent op te zetten en vervolgens zeggen ze dat ik moet genieten van het zand, de zee en de zon. Ze zeggen ook dat ik mijn schouders op moet halen over voorbijflitsende hagedisjes, dunne slaapmatjes, in de weg zittende scheerlijnen en vreemde mensen.
En last but not least: ze durven óók nog te beweren dat ik het vanzelf leuk ga vinden.
En het hele feest moet ruim tweeënhalve week gaan duren...

vrijdag 10 juli 2009

RACEN MET ROODKAPJE


Nou, en dan ben ik blij jullie mede te kunnen delen dat deel twee van Zootje ongeregeld vanaf vandaag in de boekhandel te verkrijgen is.
Mochten jullie het willen bekijken en het dan óók nog willen kopen, dan heb je misschien wel iets aan de volgende informatie:

Het boek heet RACEN MET ROODKAPJE, het gaat je 14,95 euro kosten en hier kun je lezen waar het over gaat.

dinsdag 30 juni 2009

GEVOGEL

Poes Figo zat vanmorgen om kwart voor acht onder de droogmolen te spelen met een klein musje. Vriendlief pakte het aangeslagen musje op, de kinderen zochten een doos. Het werd een houten kistje, met brood, water en koekkruimels. Figo liep te mauwen en te zoeken, werd zelfs niet rustig van een vers bakkie eten.
Net voordat het musje een lievelingsnaam kreeg en natuurlijk de allertamste mus der tijden zou worden, vloog ie weg, de vleugels nog nat van angstzweet of gemorst water. Hopelijk is ie niet in de struiken geland.
't Is toch wat, zo klein, en dan de wereld tegemoet te moeten vliegen...

maandag 29 juni 2009

LOME ZOMERDAGEN

Gisterochtend ging de telefoon. Het was een vriend die vroeg of ik even naar Zeewolde wilde rijden omdat hij niet verder kon fietsen vanwege een lekke band. Had ik fiets plus vriend net goed en wel in de auto zitten, belde Lief met de vraag of hij even gehaald kon worden met de auto in verband met, je raadt het misschien al, een lekke band.
Dus reed ik met 2 zwetende mannen en twee lekke fietsen naar huis. Daarna moest er natuurlijk koffie gezet worden en dáár weer na zat ik opeens met vriendlief in ons zeilbootje om te proberen wind te vangen. Dat ging amper, maar dat gaf niet, want we hadden rosé mee en dat drinkt heel lekker met weinig wind.
Dáár weer na staken we de bbq aan, aten we ons klem en kwam de buurman vertellen dat ie alsmaar onrijpe peertjes op zijn kop gegooid kreeg. Ik plukte zoontje van het schuurdakje en leerde hem hoe hij zo fatsoenlijk mogelijk sorry kon zeggen.
Daarna reden we naar de stal, maar dat bleek voor niets te zijn geweest, want de paarden waren buiten gebleven en dus was de stal nog schoon. Ik klierde op de terugweg wat met dochter achterin de auto (zoon van 19 reed), dronk voor de verandering nog maar eens een glas rosé en plofte met de bijlage van de volkskrant om een uur of 12 in bed.
Om een uur of drie, vier, knikkerde ik vriendlief uit bed vanwege geluidsoverlast en haalde ik toch maar mijn dekbedje tevoorschijn omdat ik een ietsiepietsie aan de koude kant was. Om half acht vanmorgen stond ik op. Ik plukte hier en daar een handdoek van de vloer, dronk een kopje thee, at een broodje kaas en begaf me naar de tennisbaan.
Aldaar wond ik me een beetje op over krakkemikkige oude dozen die niet eens keken of ze wel met hun eigen ballen speelden(nee dus!), dronk koffie en fietste weer naar huis alwaar een musje in dolle paniek door het huis vloog. Een stelletje gillende pubermeiden probeerden het arme dier met een schepnetje te vangen, wat volgens mij wel gelukt is, maar dat weet ik niet helemaal zeker, want ik ben gauw naar mijn atelier gegaan om even niet mee te hoeven doen aan al die herrie.
Bovendien waren opeens alle kinderen weer thuis en moest er kennelijk tomatensoep gegeten worden en begon het al langzaam weer een bende te worden, wat ik best wel zonde vond, want Armenie was wezen poetsen vanochtend en dat kon je nog nét een beetje zien toen ik wegging, maar al lang niet goed meer, want dat is niet te doen met al die kinderen.
En nu zit ik in mijn atelier en schrijf ik slome lompe zinnen. Ik wil eigenlijk wel douchen, want ik heb het warm en vanavond wil ik misschien wel weer een beetje zeilen of dat iemand anders kookt of misschien ook wel helemaal niks.
De zin 'van de mensen en de dingen die voorbijgaan' spookt alsmaar door mijn hoofd, maar dat is ook niet zo verwonderlijk als je ziet wat ik geschreven heb.
Het is een lome zomer, ik kan niet anders zeggen.

vrijdag 26 juni 2009

EEN WOLK IS WEL ZACHT, MAAR VERDER NIKS.


Toen ik laatst in het vliegtuig zat en naar beneden keek, zag ik een wolkendek beneden me en een wolkendek boven me. Ze zien er wel lekker zacht uit, die wolken, dacht ik, maar als ik nu neerstort, dan houden ze me niet. Dan donder ik keihard op de aarde en ben ik helemaal kapot. Dan kan ik niets meer bewegen, dan doe ik nergens meer aan mee.
Wel, ik stortte natuurlijk niet neer en dus loop ik nu gewoon weer op die harde aarde die af en toe op stroop lijkt, zo zwaar ploeg ik voort.
Maar nu wens ik de wolken terug omdat de aarde toch te hard is. Ik wil ze terug met dikke mist om de grote, boze mensenwereld voor me verborgen te houden. Ik wil ze terug om alles zacht te maken, om te fluisteren, heel zacht om en door me heen, of tegen mij aan, als zij dat willen. Om al het kostbare te bewaren, om scherpe kantjes even niet te hoeven zien. Nu wens ik dat, o jee, wat wens ik dat.

donderdag 25 juni 2009

BETER IETS DAN NIETS...








Jongens.
Jongens nog an toe zeg.
Ik wil al dagen schrijven, maar er zijn totaal geen gaatjes!
Het is zó allemachtig druk in huis, met kinderen, met dingen die te doen zijn, met perikelen rondom school, met ditjes hier en datjes daar, dat ik gewoonweg geen ruimte zie om rustig achter de computer te kruipen om jullie het vakantieverhaal te vertellen. Dus doe ik effe snel de wetenswaardigheden en daar moet het dan maar klaar mee zijn.
Goed.
Om een lang verhaal kort te krijgen...
De gaskabel van het busje brak, 1x in België en 1x in Frankrijk. In België was alles binnen 2 uur weer onder controle, maar in Frankrijk was het bijna weekend en de garagejongen had niet veel zin om ons ter wille te zijn, dus kregen we vervangend vervoer voor de laatste 600 kilometer.
Wíj zijn uiteindelijk dus wel op de plek van bestemming aangekomen, alleen het busje niet.
Op de camping hebben we allerhande klusjes gedaan, zoals het leegpompen en schoonmaken van een zwembadje, het kopen van een varken, het schilderen van een zwembadmuur, het maken van brandnetelsoep voor 30 man en het schrijven van een folder. We hebben geen tijd gehad om ons te vervelen, helaas ook niet om te duiken in de golven van Biaritz. Ik heb niet geplast in de bermen van Bordeaux en ook geen rosé gedronken op het Place du Tertre, máárrrrr....ik heb wél gedanst, gelachen, gegeten en menigmaal ietsjepietsje te veel gedronken.
En nu moet ik alweer stoppen met schrijven want er staat een loodgieter met een nieuwe wasbak voor m'n deur. En zo is er altijd wel wát...

maandag 22 juni 2009



En nu willen jullie natuurlijk graag horen hoe het is geweest in Frankrijk.
Ik zou het jullie ook graag willen vertellen, ware het niet dat er zinnigere en noodzakelijkere dingen te doen zijn dan blogjes bijhouden.
Het komt, het komt, het komt heus, alleen nog even geduld alstublieft. Wat ik alvast wel kan verklappen is dat we 2 keer pech hebben gehad en dat het busje nog immer niet op de plaats van bestemming is...

Wordt vervolgd.

woensdag 10 juni 2009

'T GAAT ALTIJD ANDERS DAN JE HOOPT..

Had ik gisteren met mijn goede gedrag nét het beddengoed gewassen van de VW-bus, werd er gebeld dat de oven naar ons toe zou worden gebracht. Dat scheelt weer een ritje Rotterdam, dacht ik blij. Ik rook aan de frisse lakens en frummelde aan de slaapzak. Mmmmm, vakantie, dacht ik, lekker slapen in dat busje, lekker leuk allemaal.
De blijheid was echter van korte duur, want toen de aanhanger kwam, bleek het echt een kolos van een joekel van een gevaarte van een oven in twee delen (!) te zijn. En dan heb ik het nog niet eens over de afzuigkap, die toch al gauw 1 bij 1 meter was en droop van het vet, garriejakkesnogantoe.

Afijn, ik weet inmiddels waar de achterbank moet!
Die ligt op het matras, evenals de afzuigkap. De tweedelige oven staat shocking klem achter de stoelen, op zijn kant.
De hele mikmak aan zwikzwak donderde naar beneden en verder heb ik hem volgepropt met zooi, allemaal uit de bus.
Het interieur meurt nu naar diesel, vet en beschimmeld plastic, want die afzuigkap ligt nu in een al jaren vergeten zeil uit een hoekje van de tuin.
Fijn!

dinsdag 9 juni 2009

BUSJE



Er staat al weken een oranje VW-busje met bloemetjesgordijntjes op de oprit. Zo'n oud busje, met een stompe neus, misschien ken je ze wel. Dat dinkie moet naar de Pyreneeën, 1400 kilometer verderop. Het vehikel gaat niet harder dan 100 of zo, met wind mee misschien 110, maar dan heb je het wel zo'n beetje gehad.
Vriendlief heeft er afgelopen zaterdag even in gereden. Het duurde een kwartier voordat ie 'm in zijn achteruit kreeg en van de oprit af wist te manoeuvreren. Ik keek ernaar en dacht: mien gut, we krijgen dat oranje geval nooit die Pyreneeën in. Want wij gaan dat busje brengen namelijk. Wij, dat zijn vriendlief en ik, en misschien de wegenwacht, maar daar gaan we niet van uit natuurlijk.
Het project mag een beste week gaan duren, want tot zolang hebben we mijn lieve paps en mams gereserveerd.
Donderdag gaan we weg, dan schuiven we die gordijntjes open en springen we in die bus. Dan hobbelen we eerst naar Rotterdam, want daar moeten we een hele grote oven ophalen waar 12 pizza's tegelijk in kunnen. Om dat in die bus te krijgen, moet eerst de achterbank eruit worden geschroefd. Waar we díe dan weer moeten laten, weet ik nog niet.
Het wordt een beetje een malle expeditie geloof ik. In ieder geval wil ik onderweg wijn drinken op het Place du Tetre in Parijs en plassen in de bermen van Bordeaux.
That's all.
En als we dan eindelijk op de plaats van bestemming zijn, hoop ik dat het zulk lekker weer is dat we een duik kunnen nemen in het zwembad, of beter nog, in de golven van Biaritz.
Waar we naar toe gaan?
Naar onze lievelingscamping!
Klik hier om het allemaal te bekijken.

maandag 8 juni 2009

WAAR IK ZO AL MEE BEZIG BEN...

Graniet is een toneelstuk, geschreven door Alex van Warmerdam, en o, o, o, wat kan die man schrijven, en o, o, o, wat is dat gisteravond mooi opgevoerd door theatergroep Grondverf uit Harderwijk.
Vijf mannen op een podium die laten zien dat ze al jaren bezig zijn een stuk graniet te verplaatsen. Ze vullen de tijd met werken, met praten, met patronen, met het zoeken naar vrienden, vergaderen en zwemmen, met pesten, met slaan, met keiharde represailles en pijnlijke ontgoochelingen. Aan het eind van het stuk vragen ze zich als bij toverslag af waar ze in godsnaam mee bezig zijn. En geen van allen weten ze het.
Dat gevoel ken ik, bedacht ik toen ik na de voorstelling en kroegbezoek naar huis waggelde.
Ik ken dat, omdat ik óók jarenlang dingen doe. Ik eet, drink, speel, vrij, praat, lach, huil, schrijf, slaap en droom, en hóp, ineens is daar dan een moment waarop ik me afvraag waar ik in vredesnaam mee bezig ben. Ik vul de tijd tot ie vol zit, met zinnige en onzinnige dingen, ik dompel me in de dagen en soms weet ik niet eens waarom.
Soms vul ik onoplettend en raakt het overvol.
Ikzelf, het vat, de dagen, de tijd.

Alex van Warmerdam en Grondverf.
Ze bezorgden me een onrustige nacht...

donderdag 4 juni 2009

KIEZEN VOOR IETS WAT JE NIET WIL

Ik heb een dilemma.
Ik heb destijds tegen de eenwording van Europa gestemd, maar dat heeft allemaal geen reet geholpen, want dat hele Europa heeft zich niets van me aan getrokken en heeft de bliksemse bende zo georganiseerd dat ik vandaag kan gaan stemmen voor de Europese verkiezingen. En aangezien ik altijd loop te verkondigen dat je blij moet zijn dat je een keuze hebt en dus welhaast verplicht bent te gaan stemmen, ben ik in dat rottige dilemma terecht gekomen. Ik moet vandaag dus gaan kiezen voor iets wat ik eigenlijk niet wil.
Da's toch van de zotte!
Prik mij maar lek, jongens, ik kan niet tegen dilemma's. Ik raak er helemaal geshuffeld van.

woensdag 3 juni 2009

EEN ZETJE VOOR EEN FOTOBLOG

Dit blog verdient het om een zetje te krijgen, vind ik.

Klik hier

IK MIS BRIL!!

Ach jee.
Ik heb last van het lezen van teveel blogs, waardoor ik niet meer weet wat ik nog toe te voegen heb. Het ene blog is nog hilarischer dan het andere, er is er één waar ik altijd van moet zuchten, er is er één die mijn agressie opwekt, -en nee, ik ga niet zeggen welk blog dat is- er is er één die echt heel zielig is, er is er één die sterk is, er is er één die grappig is, er is er één die voortdurend parodieert, er zijn ondeugende, stoute, lieve, realistische, relativerende, filosofische blogs, kortom, er is van alles te zien in blogland.
Na het lezen van al die blogs heb ik vaak geen zin meer om te schrijven.
Alles is dan al gezegd, iedereen zit zo'n beetje met hetzelfde: de aardbeien groeien gestaag en worden opgegeten door mens en dier (vogels of wurmen), pinkpop is geweest, treinen zijn gemist, sokken raken kwijt (zelfs Sylvia Witteman schreef er over in de volkskrantbijlage van afgelopen weekend), kinderen zijn lastig, lief of leuk, er zijn boeken gelezen en films gekeken, en ga zo maar door.

Het is teveel.
Het is overdonderend.

Ik ga maar eens op zoek.
Op zoek naar authenticiteit,
niet reproduceren maar creëren.
Want dat vind ik belangrijk.

En me bezighouden met de vraag wat ik eigenlijk toe te voegen heb.
En óf ik eigenlijk wel iets toe te voegen moet willen hebben.


Ik mis Bril, jongens, gosj, wat mis ik Bril.
Díe had tenminste iets toe te voegen.
Die had altijd iets unieks te melden, ook al was het universeel.
Die had een eigen stem.
Die deed geen trucje, geen toontje, geen smuk.
Die was zichzelf.

Dat wil ik ook.
Ik wil mezelf zijn, zelfs schrijvend.
En dan het liefst niet lijken op iets of iemand.

dinsdag 2 juni 2009

MET BEIDE BEENTJES OP DE GROND

Ai!
Ik schreef het gisteren al, dat geluk breekbaar was en zo.
Welnu, het is alweer voorbij, hoor, dat zweverige, zuchterige, zonnige en gelukzalige halleluja-gevoel.
Vanochtend stond ik weer met beide bruine beentjes op de grond door Zoontje van tien. Hij spelde me namelijk een verhaal op de mouw dat van geen kanten klopte, dus ging ik naar de juf om de werkelijke versie te horen. Háár versie verschilde nogal van die van Zoontje. Laat ik volstaan met te zeggen dat meneer geen glansrol speelt in het verhaal, maar meer de boevenhoofdrol heeft, helaas. De etterbak!
Die is de pineut vanmiddag, wat ik je brom.
Dat wordt Boeten met een grote B.
Het gaat niet echt gezellig worden zal ik maar zeggen...

maandag 1 juni 2009

DANKJEWEL

Men, wat kan een mens gelukkig zijn!
En mén, wat is het breekbaar.
Juist het besef dat het breekbaar is, maakt het geluk nog groter.
Nú is het goed, nú zijn we gezond, nú zijn we bij elkaar.
Er is zon, er zijn vrije dagen, er is water, een grote tafel en flessen zát met sap en rosé. Er zijn een mams en een paps, weliswaar ver weg maar met een eenvoudige telefoonverbinding lief dichtbij, er is een zeilboot, lieve vrienden, zussen en broertjes, er is van alles echt heel veel.
Het kan ook anders, maar nu even niet. Nu is nu en nú is het goed.
Om mijn handjes voor dicht te knijpen!
En dankjewel te zeggen.
Heel veel dankjewel voor alles wat me toevalt.
Dank je, dankjewel!

dinsdag 26 mei 2009

BEELDTAAL

En dan kijk ik naar zo'n film, en dan ga ik eerst helemaal bedenken hoe dat script er uit zal zien en wat er allemaal beschreven staat en hoe en waarom en wanneer en hoe lang en zo, en dan ga ik verder met kijken en zie ik zo'n mevrouw met haar hoofd tegen een muur aanleunen omdat ze het even niet meer ziet zitten, en dan herken ik dat beeld, want het is een universeel beeld, maar als je het in het écht even niet meer ziet zitten, leun je meestal níet met je hoofd tegen een muur, maar dan gil je misschien wat, of je gooit een lepel iets harder dan gewoonlijk in de bestekla of je smijt de deur wat harder dicht of je zucht eens diep of zo. Evengoed zijn er bijvoorbeeld best momenten in mijn echte leven geweest dat ik even met mijn hoofd tegen een muur of deur aanleunde omdat ik zo verdrietig was of het niet meer zag zitten, maar dan was ik me altijd meteen bewust van het feit dat dat eigenlijk meer een filmbeeld was dan een echte door mijzelf ingegeven actie. Theatraal gedrag, zo zou ik het kunnen noemen.
Maar dat wilde ik allemaal helemaal niet zeggen, ik wilde eigenlijk zeggen dat ik niet op die manier een film wil bekijken, en dat ik dat ook niet de hele tijd heb gedaan, maar dat dat bewustzijn er kennelijk wél voortdurend is...

Dit n.a.v. de film nights in Rodanthe, waarvan op het blogje hier beneden de trailer is te zien. Met Richard Gere, een man om van in zwijm te vallen. Vind ik. Gosj, wat een lekkerdje.

JANKEN!

Beetje DeeVeeDeetje gekeken
Nights in Rodanthe (even op klikken voor de trailer.)

Goed voor 5 papieren zakdoekjes en een halve zak chips.

NOOIT MEER AAN DENKEN

Met dat noodweer van gisternacht dacht ik opeens aan het door de bijbel beschreven einde der tijden, een vroeger voor mij verschrikkelijk angstaanjagend verhaal, helemaal achterin dat dikke boek. Ik werd er altijd heel erg bang van, dacht bij de minste of geringste donder of bliksem dat het zover was. Mijn grootste angst was altijd dat het zou gebeuren als ik op school was, of in ieder geval daar waar niet mijn geliefden waren. Vroeger was dat ons gezin, met mijn lieve broers en zusjes, mijn paps en mijn mams, en nu is dat mijn eigen gezin. Veel te grote zorgen voor een kleine meid van nog geen tien, en nog steeds veel te groot nu ik al jaren 36 ben.
Ik geloof inmiddels allang niet meer in de heiligheid van de bijbel en zélfs niet meer in het eind der tijden maar o, die angst, die ondefinieerbaar ongrijpbare afschuwelijke angst voor hel en verdoemenis, wat is het toch jammer dat ik daar ooit kennis mee moest maken. Het gaat er nooit helemaal uit, ook al verzet ik me daar met hand en tand tegen. Ik wil en gá niet geloven dat de wereld vergaat op die manier, ik kan en wil mijn kinderen nooit, maar dan ook nooit opzadelen met die verwarrende denkbeelden. Ik wil niet dat dat vat op ze krijgt, ik wil dat onweer gewoon onweer is en bliksem bliksem. Niet meer, niet minder.
En zelf wil ik ook nooit meer denken aan die dingen. Die dingen moeten weg. Heel ver weg!

donderdag 21 mei 2009

VROEG BEGIN

In plaats van dauw te trappen, hebben we vanochtend gedauwzeild. Om vier uur ging de wekker, om vijf uur zaten we in het bootje en iets na half zes zagen we de zon opkomen boven het water. Eerst was hij rood, en daarna werd hij oranje. Hoe hoger hij de hemel in klom, hoe witter hij werd. We dronken een kopje thee met honing, aten bammetjes kaas en pelden een eitje.
Toen was het welletjes. We zeilden een rustig koersje huiswaarts en lagen om half acht weer in ons eigen fijne bedje. Nog heerlijk geslapen tot een uur of tien en vervolgens ontbijt nummer twee naar binnen gewerkt. Lekker dagje zo!

woensdag 20 mei 2009

GELUKKIG TOCH NOG EVEN GELACHEN

Vandaag was ik in het WKZ in Utrecht om een paar zieke kinderen voor te lezen. Ik ging naar een meisje dat in bed lag. Zes jaar, aan allemaal toeters en bellen. Ze keek me aan en moest er even over nadenken of ze eigenlijk wel zin had om naar me te luisteren. Ze besloot dat ze dat wel wilde. Eventjes dan.
' Als ik dood ben wil ik een vogel zijn. En jij?' was het eerste wat ze me vroeg.
Ik zei dat ik vandaag niet van plan was om dood te gaan en dat ik daar dus niet echt over na had gedacht.
' En mama moet een eend worden,' ging ze verder.
' Wil mama dat?' vroeg ik.
Mama knikte. Ja hoor, ze wilde wel een eend zijn.
'Dan pak ik een wormpje. Met m'n snavel.'
'Ja?' vroeg ik.
Ze knikte, met een mager lachje erbij.
'Ik durf geen wormen te pakken,' zei ik. ' Ook geen kikker. Maar Daan uit dit boek, durft wel een kikker te pakken. Wil je het horen?'
Ze knikte.
Ik pakte mijn boek en begon voor te lezen over Daan die dacht dat hij een koning was. Dwars door haar morfine heen moest ze lachen. En papa en mama ook. Gelukkig!

dinsdag 19 mei 2009

GRRRR



In plaats van woorden maar weer eens de donderwolk tevoorschijn gehaald.
En waar heeft het mee te maken?
Juist ja, met tennis.
Dit keer om een balletje, ik zeg, een bálletje.
Of althans, om de afdruk van dat balletje. Dat afdrukje raakte de lijn, dat mochten we komen bekijken, dat zagen we allemaal. Legt die múts van een tegenstandster de bal op de afdruk en zegt ze dat de bal zélf de lijn niet raakt. Nee, zeg ik, dat klopt, maar het is de afdruk die telt. Die bal wordt in elkaar gedrukt door de stuiter en als de afdruk van die bal de lijn raakt, heeft de bal de lijn geraakt en telt ie dus als in. Nou, dat was niet waar, vonden de dames. Ik dacht, fuck dat balletjesdingafdrukgeval, we spelen wel een let. (dan doe je de punt over en dat was dus nog heel coulant van ons)
En toen begonnen ze te zeuren en te zeiken en te miepen en te jennen en onsportief te doen. En jennen en onsportief gedrag, dat moet je niet doen bij Margrietje. Daar kan ze helemaal niet tegen. Daar raakt ze volledig van door het lint. Dan roept ze allemaal lelijke dingen zoals dat ze de stukjes kaas die we straks gaan krijgen in hun reet kunnen stoppen. Dan gaat Margrietje bij elke bal zeggen dat ie 29 centimter uit is of 13 of 23 en of ze dat willen komen bekijken en zo. Dan gaat Margrietje rammen als een dolle en allemaal aces slaan en nooit maar dan ook nooit meer lachen of vriendelijk doen tegen haar tegenstanders. Dan ramt Margrietje samen met haar partner de hele bliksemse bende zonder ook maar één greintje compassie voor de tegenstander naar een klinkende overwinning en geeft ze de grootste onsportieveling uiteindelijk geen hand. En da's niet aardig van Margrietje, maar dat kan haar geen ene mallemoer schelen, want onsportief gedrag, daar kótst ze van.
Een donderwolk dus.
Alweer.
Nog één keer een wedstrijd, volgende week, en dan is het gelukkig weer klaar.

vrijdag 15 mei 2009

TROUWEN

Mijn buurmeisje gaat trouwen vandaag. Achterin de tuin van haar ouders staan 2 grote partytenten. Slim, want het weer wil waarschijnlijk regenen vandaag, zeggen mensen die er voor geleerd hebben en er alsmaar over praten op tv en radio.
Ik heb er overigens niet zoveel mee, met trouwen.
Ja, leuk feestje, lekkere hapjes, mooie kleren, dat is dan allemaal wel vermakelijk, maar verder denk ik altijd maar zo dat je toch vooral zelf moet zien te onthouden dat je serieus met iemand bent en dat diegene de allerliefste voor je is.
Ik denk hoe dan ook niets extra's te zullen voelen door een papiertje van de wet, voorgelezen door een of andere ambtenaar die je het dagelijks leven onaangenaam lastig maakt met gezeur en gezever over dakjes die over een trappetje moeten, boompjes die niet omgezaagd hadden mogen worden of muurtjes die eigenlijk niet gebouwd hadden mogen worden. Je denkt toch niet dat ik serieus zou kunnen luisteren naar zo'n pipo, he.
Nee, trouwen, daar doe ik niet meer aan.
Ik ben daar veel te eigenwijs voor, en bovendien weet ik uit ervaring dat zelfs trouwen niet garant staat voor een lang en gelukkig leven met een en dezelfde partner.
Aldus bepokt en bemazeld door het levendige leven herself ga ik vanmiddag toch naar buurmeisje toe om te kijken hoe ze intens gelukkig en vol overgave ja zal zeggen op de vraag of ze haar leven lang getrouw en oprecht aan alle plichten wil voldoen die de wet aan de huwelijkse staat verbindt.


En dan ben ik toch ook wel weer zo'n muts die, ondanks haar bezwaar tegen het huwelijk, zomaar zou kunnen gaan sniffen tijdens zo'n ja-woord. Een beetje hoor, niet echt veel en niet echt hard. Een drupje, een snufje misschien. Dus toch maar een zakdoekje mee, voor het geval dat...

donderdag 14 mei 2009

EIGEN MANIER

Discipline valt te leren, maar moelijk is het wel.
Volgens mij begint discipline met een voornemen. Zo duidelijk mogelijk, compleet met doelen en acties. Daarna begint de uitvoering en dat kan alleen als je streng bent voor jezelf. Dus tóch maar die wekker zetten, uit je bed komen, eten en dan maar gewoon beginnen. Stapje voor stapje, niet meteen de hele berg willen overzien, maar de hele meuk bewerken tot hapklare brokken
Dat vertelde ik Zoonlief gisteren, die op dit moment niet tevreden is met de dingen die hij doet. Ik vertelde hem dat het soms hangen en wurgen is, maar dat het een onbeschrijflijk fijn gevoel is om toch de dingen te doen die je je hebt voorgenomen, ook al is het moeilijk of lijkt iets onbereikbaar.
Ik vertelde hem ook dat als het echt heel erg moeilijk lijkt, als je zorgen te groot en onontkoombaar voor je lijken te zijn, dat het dan wel eens kan helpen om 's nachts even in de sterren te staren. Liggend op het gras of vanaf een bankje aan de waterkant te staren naar die oneindige grote ruimte om je heen. Dat je het besef krijgt van het feit dat wij mensen maar een heel klein stipje zijn in een onmenselijk groot universum. Dat al die zorgen in je koppie eigenlijk heel klein zijn als je ze in het licht van het universum bekijkt. Dat je de ruimte op je in laat werken en je vanzelf wat lichter wordt. Dat het zo zou kunnen werken, voor sommigen, dat het kan.
Hij knikte en zuchtte, dacht na en draaide op zijn stoel.
Misschien heb je gelijk, zei hij.
Misschien, zei ik.
Even later stond hij op en ging hij het gras maaien.
Ongevraagd, spontaan.
Misschien is dat zíjn manier om orde op zaken te stellen en de boel op een rijtje te krijgen.
Dat kan.
Dat zou heel best kunnen.
Ieder heeft tenslotte zijn eigen manier.

dinsdag 12 mei 2009

NIEUWE DINGETJES

Ik heb het misschien gevonden, jongens.
Een doel in mijn leven, een nieuwe uitdaging, een manier om te ontsnappen aan de waan van alledag. Ik heb het niet over een nieuwe man, ook niet over een cabrio, maar over een heuse opleiding. En niet zomaar een opleiding, maar een vakopleiding tot scenarioschrijver.
Leuk in Amsterdam, 4 blokken van 7 weken met daarin elk 10 lesdagen waarin je veel leert en zegt en luistert en schrijft en doet en zucht.
Want zuchten hoort erbij. Zuchten hoort overal bij, zelfs bij leuke dingen.
Maar o, wat heb ik zin om te zuchten in Amsterdam. Ik heb zin om goede, gerichte feedback te ontvangen van mensen die er verstand van hebben, ik heb zin om contact te hebben met medeschrijvers, ik heb zin om iedere week naar Amsterdam te gaan om daar te leren over allerlei facetten die bij het maken van een script/scenario/verhaal/soap/serie/toneelstuk komen kijken.
De 2 grootste struikelblokken zijn de prijs en de te investeren tijd. Nog maar even goed over nadenken dus...

maandag 11 mei 2009

VRESELIJK

Zit ik achter mijn computer, startklaar om te schrijven, weet ik opeens niet wat ik schrijven moet. Alle deadlines zijn gehaald, al het werk is klaar. Een zee van ruimte om te schrijven wat ik wil, maar juist in die zee verzuip ik.
Ik sta op, pak een glas water, ga naar de wc, rook een sigaret, doe een spelletje, probeer eens dit, doe eens dat, maar niets lijkt op iets. Ik begin me te ergeren aan mezelf, raak gefrustreerd, kijk naar buiten en zie dat het waait terwijl de zon schijnt. Dat kan ook best, de zon die schijnt, de wind die waait. Het kan allemaal tegelijk en het kost nog niets ook.
Een veegwagen komt langs, ik doe de radio aan, uit, aan, uit, laad mijn ipod op, zie een blond meisje bellend over straat gaan, print een tekening uit van een oma die vissticks bakt.
Ik denk aan gisteren, aan eergisteren, aan volgende week, aan ooit en nooit en toen en nu. Ik verschuif op mijn stoel, kijk op de klok, wrijf met mijn handen over mijn gezicht, rook de laatste sigaret, pluk een pluisje van mijn shirt.
Er zitten zat verhalen in mijn hoofd, maar waar is het begin? Het is zoeken, zuchten, vluchten. Teveel mogelijkheden, teveel chaos, teveel plannen, te weinig doelen, te dit, te dat, te zus, te zo.
Solexje gereden, gevaren, geslapen, getennist, gebeld, wasje gehangen en wat zal ik eens eten vanavond.
Vreselijk, dit.
Echt vreselijk.

vrijdag 8 mei 2009

WASJE

Gisteravond deed ik een donkere was in de wasmachine.
Oudste Zoon kwam aangesneld met een spijkerbroek.
'Kan die er nog bij, mam?' vroeg hij.
'Eigenlijk niet,' zei ik.
'Maar mam, het is een VIE-AI-PIE.'
'VIE-AI-PIE?' vroeg ik.
'Very Important Pants.'

woensdag 6 mei 2009

OORTJES

We waren in het klimbos in Apeldoorn.
De begeleiding had zwarte oordoppen in. Oortjes, zeg maar. Vrij groot, om de oorschelp heen.
Na een tijdje geklommen te hebben (ik niet hoor, ik bijna niet, ik ben na boom 4 uit het parcours gehaald met een ládder notabene) merkte ik op dat het daar toch maar mooi geregeld was met die draadloze communicatiesetjes van iedereen.
'O,' zei Zoontje verbaasd, 'ik dacht dat ze allemaal slechthorend waren.'


Voor meer info over het Klimbos in Apeldoorn, klik hier

dinsdag 5 mei 2009

VRIJHEID

Ja, natuurlijk hang ik de vlag uit vandaag.
Want ik ben blij dat ik in vrijheid mag leven.
Ik mag alles doen wat ik wil zolang het de mensheid maar niet schaadt, alles zeggen wat ik wil, alles denken wat ik wil, zonder daarvoor gestraft te worden of bang te hoeven zijn.
Dat is een groot goed.
Dat is het beste wat een mens kan overkomen!

vrijdag 1 mei 2009

WAAR ZIJN WE IN BELAND

Het was nogal een ingewikkelde dag gisteren. Vol goede moed en blij van zin richtten we ons kraampje op de vrijmarkt in. Eerst was vriendlief zo goed om aan de ene kant wat ruimte weg te geven aan een werkelijk schattig meisje en later deed ik hetzelfde met de andere kant, totaal niet bevroedend dat dat een typisch geval zou worden van geef één vinger, dan pakken ze de hele hand. Balen.
Maar goed, 't was Koninginnedag, niet zeuren dus en lang leve de lol.

De dag ving langzaam aan. De mensenmassa kwam wat traag op gang en wát er kwam waren mensen die alles eigenlijk gewoon gratis wilden. Hoewel al spotgoedkoop geprijsd, was het hen toch te veel. Hebberigheid ten top.
Slechts een enkeling was geïnteresseerd in iets anders dan koopjes, dus mijn geweldig originele initiatief van voorlezen werd nauwelijks gewaardeerd. Men had haast, wilde scoren, kwam voor de koopjes en niet voor de lol. Men vond het raar, of eng, ze kéken niet eens. Gelukkig kwamen er af en toe lieve vrienden langs die, om mij een plezier te doen, welwillend plaatsnamen in mijn stoel, maar dat waren dan ook eigenlijk mijn enige klanten.
Mijn humeur daalde per seconde, de moed en zin verdwenen als sneeuw voor de zon en opeens was daar het moment dat ik een hekel had aan mensen in het algemeen en aan Harderwijkers in het bijzonder. Hebberige Harderwijkers, suffe mensen die niet voor de lol waren geboren maar voor de heb, niet in voor iets anders, puur belust op goedkoop en veel en snel. Volwassenen die zelfs probeerden af te dingen bij kinderen, echt bah, bah en nog eens bah.
Ik had geen zin meer. Wat mij betreft konden we wel inpakken, wat we dan ook voortijdig hebben gedaan. We hebben alles op één fiets geladen en zijn dwars door de menigte heen naar huis gegaan.
Eenmaal helemaal thuis zetten we de radio aan en hoorden we de berichten uit Apeldoorn. Ik kon er niet meer tegen, kreeg het warm en koud, ben in slaap gevallen op de bank en heb mezelf tegen een uur of half 10 verhuisd naar bed, alwaar ik de beelden heb gezien die jullie vast ook allemaal hebben gezien. Diep onder de indruk sloot ik mijn ogen en viel ik in slaap in niemandsland waar geen hebberige mensenmassa was, en er geen man was met een wilde vogel in zijn hoofd die met volle vaart inreed op publiek. Een welkome afwisseling na een dag vol desillusies.

En vanmorgen werd ik wakker. Niet in het rustige niemandsland, helaas, maar gewoon in Harderwijk, waar de krant op de mat lag met foto's die er niet om liegen.
God, waar zijn we in beland!

woensdag 29 april 2009

VRIJMARKT IN HARDERWIJK

Mocht u morgen over de Vischmarkt in Harderwijk struinen, dan zit ik tegenover Da Gabrielle om voor te lezen uit Toon Tellegen. Inclusief snoepje.
Wellicht tot ziens...

OEPS

Wat een knoeperd van een fout staat er in het stukje van gisteren, zeg. Ik schreef steifheid met ee-ie, terwijl het natuurlijk stijfheid met een langerd is.
Wilde het daarnet verbeteren, stiekem, om daarna net te doen of het er nooit heeft gestaan, maar dacht, ach wat, ze mogen best zien dat ik ook heus wel fouten maak.
Maar stom is het wel!

dinsdag 28 april 2009

TEGENGESTELD

Als ik aan onze koninging denk, denk ik als eerste aan haar stijve haren en aan hoe mal ze praat. Dan denk ik aan mantelpakken en stijfgestreken jurken, daarna aan bijzondere hoedjes en bosjes bloemen voor in de hand.
Om Beetje weer een beetje normaal zien te krijgen in mijn hoofd, probeer ik me dan voor te stellen hoe ze is als ze net wakker is. Haar haar bedenk ik rommelig, ik bedenk flanellen pyjama's en uitgezakte schommelborsten, ik bedenk haar tandenpoetsend voor de spiegel, zittend op de wc, een ei bakkend in haar keuken, maar zodra ik haar aan dat ei zet, denk ik dat ze waarschijnlijk wel iemand zal hebben die dat voor haar doet en valt het hele huiselijke plaatje als duigen in elkaar. Ik doe een laatste poging om haar dollend met de kleinkinderen over de grond te zien rollen, maar ook dat is mijn hoofd gewoonweg niet in te schuiven. Voor mij is en blijft ze een toonbeeld van netheid, keurigheid en steifheid.
Wat dan wel weer grappig is, is dat heel Nederland vanwege haar verjaardag de zolder leegruimt en de grootst mogelijke puinzooi op planken de straat op dondert. Men dost zich debiel uit, drinkt bier, slaapt op straat, heeft luidruchtig lol en verbrast de winst onmiddellijk bij de Chinees of een nabij gelegen kroeg. Dat heeft ze dan allemaal wél weer voor elkaar, onze Bée, ondanks haar stijve haar.

maandag 27 april 2009

LIEFDE OP BROOD

In Sloten, een man en een vrouw aan een tafeltje, middelbare leeftijd, allebei een klepbril op. Zonneglazen omhoog geklapt, als particuliere zonneschermpjes.
Ze aten een broodje, hij paling, zij zalm.
Ze zeiden niet veel, aten aandachtig, namen kleine slokjes koffie.
Toen boog de man met mes en vork over de tafel en sneed een stukje van haar brood.
Ik dacht dat hij een hapje wilde van haar, maar hij stak niets in zijn mond en sneed het hele broodje in hapklare stukken.
'Dankjewel,' zei de vrouw.
De man knikte en keek hoe ze haar broodje verder at.
Dat is liefde, dacht ik, als bij toverslag ontroerd.

zondag 26 april 2009

TWEE KAPITEINS OP 1 SCHIP

Sinds vorig jaar hebben wij een valk.
Niet zo'n vogel, maar een zeilbootje.
Enig.
Alleen, ik kan er geen hout van.
Meezeilen kan ik wel, me gedragen als een zeevrouw ook (stoer kijken, pas na vijven aan de borrel gaan, beetje de fok bedienen) maar meer dan dat was het niet.
Als ik het roer even over moest nemen was ik al in paniek. Naast dat ik hem bijzonder bewonderde om zijn zeilkunsten, had ik natuurlijk best wel eens ideetjes over het een en ander en liet ik niet na die op irritante wijze te ventileren. (vond hij)
'Je snapt er geen hout van,' zei hij regelmatig op minzame toon.
'Leer het me dan,' riep ik vervolgens theatraal.
'Nee,' zei hij.
'Waarom niet?' vroeg ik.
'Omdat ik mijn relatie met jou dolgraag goed wil houden, schatje.' Waarop ik natuurlijk begon te foeteren en te schelden en te zeuren dat het zo'n vaart niet zou lopen.
Dus boekte vriendlief bij wijze van kadootje een paar dagen zeilles voor me. Ver weg van hem, in 't Frieske land.
'Veel plezier,' zei hij toen ik afgelopen vrijdagochtend vertrok.
'Mmmm,' bromde ik, 'dat zullen we nog wel zien.'


En nu, na 2 dagen fantastisch zeilweer en een magnifieke instructrice, kan ik zeilen. Ik durf het roer over te nemen, ik kan plannen maken, overstagjes doen, aanmeren (met bibbers in de benen, dat wel) en ik ben niet meer in paniek als er zo'n suffe achterlijke duffe motorboot aankomt. Kortom, ik ben een kapitein in hart en nieren.

Dus zaten vriendlief en ik vanmiddag even op onze valk.
De zeilen moesten aan de mast, schoten d'r aan, dat soort werk.
En natuurlijk wist ik alles beter, maar nu terecht!
Ik wíst gewoon waar ik het over had, vond dat ie stomme knoopjes legde en dat ie sommige dingen onhandig aanpakte en verweet hem dat ie nooit plannen maakte en dat dat helemaal fout en onduidelijk was en zo.
'Het heeft allemaal geen reet geholpen,' hoorde ik hem na een tijdje zuchten.

donderdag 23 april 2009

MARTIN BRIL IS DOOD

Martin Bril is dood. En als je dood bent, kun je niet meer schrijven. Dat kan niemand. Zelfs Jezus niet, ook al zou hij het willen. Martin Bril kan het dus ook niet. En dat betreur ik, want ik was gek op Martin Bril z'n stukjes. Zoals hij het leven beschreef, zo ogenschijnlijk oppervlakkig, zo heerlijk observerend, zo fragiel, zo verrassend vertederend soms, zo ver weg en toch dichtbij, zo mooi.
Nooit meer nieuwe stukjes van hem, nooit meer de zaterdagse volkskrantbijlage openrukken om met onbedwingbare gretigheid Bril te lezen.
Ik ben een beetje triest vandaag. Het klopt wat mij betreft dat de zon maar niet door de wolken heen wil komen.
Want de wereld heeft een schrijver verloren. Eentje die ik zo graag las.

dinsdag 21 april 2009

BELANGIJKE TELEFOONTJES

Ja, en toen reed ik naar de tennisbaan en toen zag ik opeens langs de weg een heleboel struiken branden en toen belde ik 112 en toen moest ik zeggen wie ik wilde hebben, politie, brandweer of ambulance, en toen zei ik brandweer en Gelderland, want ze vroegen of het Harderwijk Gelderland was en toen dacht ik, is er nóg een Harderwijk dan, maar dat vroeg ik niet, ik dacht dat zoek ik thuis wel op, dus ik zei gewoon ja, Harderwijk Gelderland, en toen moest ik de straat zeggen en dat zei ik ook, want dat wist ik toevallig en toen werd er gezegd dat ze er heen gingen of dat ze al onderweg waren, dat weet ik niet meer. En toen ging mijn voet trillen en mijn handen ook en was ik zomaar zenuwachtig. En dat vond ik best wel een beetje belachelijk, maar volgens mij is het een hele natuurlijke reactie en hebben wel meer mensen daar last van als ze zulke belangrijke telefoontjes plegen. Zo'n telefoontje pleeg je namelijk, die doe je niet, die pleeg je. Net als een moord, je dóet geen moord, je pléégt er één. En als je dat toevallig ziet, moet je, als je 112 belt, naar de de politie vragen, of naar een ambulance, of naar alletwee. En dan ga je vast ook trillen daarna. Dat kan niet anders.

maandag 20 april 2009

ZIELIG


Stieg is bijna uit, maar aan hem ligt het niet zozeer dat ik hier niet schrijf. Het ligt aan een meer dan volle agenda, aan kinderen die een hoop aandacht vragen en allerhande klusjes die persé door mij gedaan moeten worden. Ik vind het akelig, dat drukke, opgeslokte gevoel en word er langzamerhand behoorlijk sikkeneurig van. Alles wat ik aan woorden te schrijven heb, en dat zijn er nogal wat, moet tussen de bedrijven door en zelfs dan nog is het haasten.
Vandaag had ik eindelijk weer eens tijd ware het niet dat jongste zoon besloot zich ziek, zwak, misselijk en duizelig te voelen.
Natuurlijk is hij zieliger dan ik, maar dat neemt niet weg dat ik vanochtend echt eventjes met mijn vuisten tegen een deur aan moest rammen en vijf minuutjes moest huilen. Daarna speelde ik weer de lieve mama, glimlachte ik sereen en bad ik meneer God of hij mijn zieke zoontje alsjeblieft, alsjeblieft weer heel snel beter wilde maken.
En dat deed ie, echt waar, dat deed ie onmiddellijk. Zo aardig! Want Ziek Zoontje was vanochtend met al zijn duizelig- en misselijkheid prima in staat om over een heel hoog hek te klimmen en een lekkere vette pannenkoek weg te werken. Morgen weer schrijven, jongens. Heerlijk!

maandag 13 april 2009

STIEG LARSSON

Ik ben al 2 weken in de ban Stieg Larssons milleniumtrilogie. Elk vrij moment pak ik die dikke pil weer op en begeef ik me in de gecompliceerde wereld van Lisbeth Salander en Mikael Blomkvist.
Ik ben inmiddels in het derde deel van een in totaal 1800 pagina's tellend epos. Het verbazingwekkende is dat ik normaal gesproken helemaal niet zo van de thrillers ben, maar dit is iets anders. Stieg Larsson heeft me volledig in zijn macht doordat ie een geweldig verhaal heeft bedacht en het ook nog eens op een verrekt goede manier weet te vertellen. Zijn opbouw is werkelijk fantastisch, hij weet de spanning op zo'n manier op te bouwen dat ik elke keer weer verder wil lezen.
Toen ik deze trilogie kocht (50 euro voor maar liefst 1800 pagina's, dat is maar 2,7 cent per pagina) werd me verteld dat ik niet moest vergeten te eten en te drinken. Ik vond dat een vermakelijke opmerking, maar weet nu dat het een serieuze waarschuwing was.
Het boek is overigens van een geheel andere orde dan bijvoorbeeld de eenzaamheid van de priemgetallen, maar daarom niet minder de moeite waard.
Sneu is trouwens dat deze schrijver de roem van zijn boek niet meer in levende lijve meemaakt. Hij is op 50-jarige leeftijd gestorven aan een hartaanval en was bezig deze trilogie gepubliceerd te krijgen. Net als bij Vincent van Gogh, daar kwam ook alle eer postuum. Zonde!

PS: begin er niet aan als je het te druk hebt met bijvoorbeeld je huis verbouwen of je tuin in te richten of een opbergschuur te maken.